Eef.’ Kees zet een punt na het uitspreken van mijn naam.
‘Ja?’
‘Zit je?’
‘Ja Kees, ik ben net omgedraaid naar het ziekenhuis in Tilburg. Pap gaat vanavond toch nog naar de spoedeisende hulp. Yvonne wil dat een neuroloog hem checkt op een herseninfarct. What’s up?’
‘Ik heb aan Claude gevraagd wat er met papa aan de hand kan zijn’, begint Kees. ‘En hij zegt dat mogelijk de vochtafvoer in zijn hersenen niet goed is waardoor er te veel druk ontstaat in zijn hoofd, wat leidt tot incontinentie, schuifelend lopen en cognitieve achteruitgang. Precies wat papa heeft. Het heet Normal Pressure Hydrocephalus, of te wel NPH.’
‘Claude? Je bedoelt artificial intelligence Claude?’
‘Ja, die. Het vocht kan met een drain worden afgetapt. Als de symptomen verbeteren, klopt de diagnose.’
You got to be kidding. Papa is niet dement. Onze vader heeft een waterhoofd.
Papa is opgehaald met een ambulance en ligt in een kamer op de spoedeisende hulp. ‘Ik voel me prima. Ik begrijp niet waarom dit moet’, zegt hij.
’De artsen gaan je onderzoeken en dan kun je vast weer naar huis. Dit logeertasje heb je vast niet nodig.’ Ik doe de rits open. ‘Tineke heeft zelfs je sigaren ingepakt.’ We moeten erom lachen.
Na een uur komt de arts-assistent binnen. ‘Uw huisarts vermoedt dat u een herseninfarct heeft gehad. We gaan een CT-scan doen en uw urine onderzoeken. En ik ga u wat vragen stellen. Welke dag is het vandaag? Waar bent u? Kunt u mijn vinger volgen?’ De arts beweegt zijn vinger van links naar rechts voor papa’s ogen.
Ik adem in. ‘Dokter, we hebben gecheckt met AI en mijn vader heeft mogelijk NPH.’
De arts knijpt zijn ogen even samen en trekt een wenkbrauw op. ‘Aha. U bent nu hier voor de acute situatie, toch?’ Hij overhandigt mijn vader een urinaal. ‘Hierin kunt u plassen.’
Het lukt niet. Na drie kwartier komt een verpleger met een katheter om hem te helpen.
Als pap terugkomt van de CT-scan, staat de arts-assistent weer aan zijn bed. ‘Kunt u een paar stappen zetten?’ Hij helpt pap met opstaan. Onzeker schuifelt mijn vader wat vooruit en valt weer op bed.
De arts kijkt naar mij en knikt. ‘We zien vergrote hersenholtes op de scan, en hoe uw vaders voeten aan de grond blijven plakken is typerend voor NPH.’
Mijn vader zakt achterover en kijkt me aan. 'Waar hebben jullie het over?'
‘Pap, we kunnen je waarschijnlijk weer beter krijgen.’ Ik slik.
.